Laat het los, laat het gaan

Bij het inrijden van mijn pony Purple heb ik zo min mogelijk aan de teugel gezeten. Dat had toen nog niet echt een doel, maar ik wist gewoon niet zo goed hoe ik haar moest leren wat ze ermee moest. Dus eraf blijven leek me het beste.

Achteraf bleek het een schot in de roos en is het een van de basisonderdelen geworden van ons rijden. Al is die losse teugel nog altijd geen doel. Het is wel een zeer nuttig middel gebleken om andere doelen te bereiken.

LOSSE TEUGEL

Als ik zeg losse teugel, bedoel ik echt een losse teugel. Je handen liggen – als je heel handig een westernzadel hebt – op de knop, bij een Engels zadel op de voorkant van je zadel. Je houdt de teugel in het midden vast. Dus de teugel ligt niet los, maar hangt wel los. En, niet onbelangrijk: er wordt geen hulp gegeven om te sturen. Niet met de teugel, niet met het been, niet met de zit.

Losse teugel.

FAVORIETE PLEK

Als ik begin met rijden wil ik allereerst weten waar in de bak Purple graag wil zijn. Dan weet ik ook waar ze liever niet wil zijn.

Als je de teugel loslaat merk je als je voorwaarts vraagt al snel waar de favoriete plek van je paard is. Dat is de plek waar het paard – vaak in een kaarsrechte lijn – naartoe loopt en waar hij graag rondjes blijft draaien of stil wil staan. Zodra je de teugel oppakt en gaat sturen merk je ook waar je paard bij voorkeur niet wil zijn: de plek waar hij niet in een rechte lijn naartoe loopt, de plek waar hij niet ontspannen wil lopen en al helemaal niet wil stilstaan of de plek waar je heel even was voordat je paard er bokkend vandoor ging.

Ik vind dit zeer nuttige informatie.

Als ik Purple iets nieuws wil leren of dat wat we al kunnen wil oefenen heb ik een ontspannen mindset bij mijn pony nodig. Als ik die oefening ga doen daar waar ze niet wil zijn weet ik zeker dat er verzet komt, ik allerlei hulpen moet inzetten om haar daar te houden, er geen aandacht is en in het slechtste geval: ik alleen achterblijf op die plek en Purple op me wacht op haar favoriete plek.

Een gespannen brein en lijf zijn gewoon niet optimaal in staat om te leren en soepel te bewegen.

Maar ik blijf natuurlijk niet voor altijd maar een klein stukje bak gebruiken. Door haar favoriete plek minder aantrekkelijk te maken en de ‘I-don’t-wanna-go-there’-plek juist aantrekkelijker, wordt de werkruimte steeds groter. Dit is niet heel ingewikkeld, omdat paarden van nature graag hun energie sparen. Ze kunnen die energie immers nog nodig hebben om te moeten vluchten voor die bakkabouter die langs de bakrand woont. Rust is dan ook een aantrekkelijke beloning.

Daarom doe ik de werkjes die ik graag wil doen op de plek waar zij graag wil zijn. Hebben we het allebei naar ons zin, ik met mijn werkje en zij is waar ze wil zijn. En het rusten: dat doen we niet op de plek waar ze al zo graag is, maar op de plek waar ze liever niet is. Gek genoeg wordt die plek waar ze niet wilde komen dan ineens heel aantrekkelijk.

Het resultaat is dat je op den duur zonder problemen de hele bak kunt gebruiken, omdat de hele bak dezelfde status heeft gekregen als de initiële favoriete plek.

RECHTE LIJN

Als je de teugel loslaat en die ook niet aanneemt om te sturen ontdek je of je paard zelf een rechte lijn kan aanhouden. Mijn ervaring met Purple is: dat ligt eraan waar we rijden, welke kant we opgaan en wie er nog meer in de bak rijden.

In de binnenbak is weinig afleiding, dus wil ze nog wel gewoon een rechte lijn aanhouden. Vaak. Maar in de buitenbak. Soms loopt er ineens iemand langs. Niet eens een bakkabouter, maar gewoon een mens. En als je die dan uitgebreid bestudeert, volgen je hoeven al snel je neus. Weg rechte lijn. Als we van achteruit de bak richting de uitgang rijden is de lijn kaarsrecht. Rijden we van voren naar achteren wil hij nog wel eens wat wiebeliger worden. Of als er een vrachtwagen staat te laden op de parkeerplaats: dan is recht weglopen van iets wat een beetje spannend is best ingewikkeld, want als je hoofd omdraait om het in de gaten te houden gaan je voeten gewoon mee. En als er andere paarden in de bak rijden, dan ga je die natuurlijk steeds gedag zeggen! Want zo ben je, altijd vriendelijk en sociaal.

Maar het mooie is: aan die losse teugel kun je het paard juist leren om toch recht te blijven lopen. In balans, op eigen benen, recht gericht. Er zijn vele namen voor volgens mij. Dat het paard zonder dat het constant door de ruiter ondersteund wordt, zelf een rechte lijn kan aanhouden. Je moet dan tussendoor – in het begin echt heel vaak is mijn ervaring – wel even de teugel gebruiken om wat stuurdingetjes te doen. Maar als dat gedaan is gaat de teugel weer los.

Als het paard zelf die rechte lijn aanhoudt, hoef je hiervoor je hulpen niet meer in te zetten. Die hoef je dan alleen te gebruiken als je daadwerkelijk een vraag hebt. Zoals iets meer voorwaarts, of een pasje wijken.

Maar. Die rechte lijn aan een losse teugel gaat zeker niet lukken als er plekken zijn waar het paard niet wil zijn. Dan duik je alle kanten op, behalve de goede. Of je duikt juist wel naar de goede plekken, afhankelijk van jouw perspectief of dat van je paard. Dus om deze oefening te kunnen doen, moet het paard niet meer een uitgesproken favoriete plek hebben in de bak.

We rijden bij een vroegere favoriete plek vandaan als ik de teugel loslaat. Purple blijft in hetzelfde tempo lopen op de lijn waarop ze liep, in ontspanning.

TEMPO

Als je die teugel loslaat ontdek je ook of jouw paard het tempo kan aanhouden dat gevraagd wordt. Geef je been en je paard schiet vanuit stilstand in galop? Dan heb je de teugel dus eigenlijk nodig om het paard tegen te houden. Als je al druk nodig hebt om te voorkomen dat het paard vooruit schiet, dan heb je nog meer druk nodig om een paard bijvoorbeeld na te laten geven. Of gewoon simpel in tempo te laten terugkomen. En ik zoek altijd naar minder druk. Meer druk geeft vaak ook meer verzet en meer weerstand. En aan weerstand en verzet is spanning gekoppeld. En die spanning wil ik juist zo graag voorkomen.

Want een gespannen lijf en brein zijn niet in staat om soepel te bewegen en om optimaal te leren.

Daarom start ik altijd met stap, draf en galop aan de losse teugel. Ik wil dat Purple op lichte beendruk actief voorwaarts gaat en dat ze op mijn zit een gang terugkomt. Zonder dat ik aan de teugel zit.

Als het paard netjes zelf op een rechte lijn kan blijven lopen aan de losse teugel, dan kun je de tempowisselingen gaan meenemen in die oefening: als je been geeft, houdt het paard dan de rechte lijn aan? Vanuit eigen ervaring kan ik zeggen dat en voorwaarts en recht toch echt ingewikkelder is dan of alleen voorwaarts of alleen recht. Maar oefening baart kunst. Nou ja, kunst. Er staan wat strepen op papier.

RELEASE

Purple is nog jong en we zijn alles samen aan het ontdekken. Als ik een vraag stel en ze geeft het juiste antwoord wil ik haar dat heel DUIDELIJK laten weten. Hoe groter het verschil tussen de vraag en de beloning voor haar juiste antwoord, hoe meer het ook echt voelt als een beloning en hoe duidelijker het voor haar is dat ze het juiste antwoord gaf. Op school kregen wij er een sticker voor, maar waar laat je die op je paard? Druk weg is waarschijnlijk een mooi alternatief voor het paard.

Als ik met twee teugels vraag of zij zich vanuit haar achterhand mooi rond wil maken in haar lijf en ze doet dit, dan gooi ik in eerste instantie direct na het juiste antwoord de teugels los. Als ze eenmaal snapt wat het juiste antwoord is, houd ik de vraag steeds langer aan voordat ik de druk weg haal.

Ook hiervoor geldt weer: als ik die teugel los geef, wil ik dat ze ook op dat moment uit zichzelf in die rechte lijn blijft lopen en het tempo aanhoudt dat ze had. Dus buiten dat het een beloning is voor Purple, test ik er tegelijk mee of ze de voorgaande basisoefeningen heeft onthouden en of er geen spanning is ontstaan na de laatste meer ingewikkelde vraag.

Want misschien had ik het al benoemd, maar een gespannen lijf en brein zijn niet in staat soepel te bewegen en optimaal te leren.

De verschillende oefeningen gecombineerd. Met uiteindelijk kort op elkaar teugels loslaten, terugkomen op zit, oppakken en achterwaarts.

ONSPANNING

Die losse teugel an sich is echt geen garantie voor ontspanning. Ik heb gemerkt dat je voor het krijgen van ontspanning intensief moet trainen. Maar elke keer dat de teugel los is of wordt gegeven test je wel of er nog ontspanning is.

Gaat het hoofd ontspannen naar beneden? Voor nu ben je veilig.

Blijft dat hoofd hoog, gaat het paard direct versnellen of draait het zich gelijk om naar zijn favoriete plek? Dan is de kans op ontploffingsgevaar aanwezig. Je bent minder veilig.

Want die paarden die zomaar bokken, uit het niets? Dat komt best vaak niet zomaar uit het niks.

Misschien is dit nog wel de meest nuttige informatie die je uit de losse teugel kan halen. Want een ontspannen paard is zeker mijn doel.